Het blad van deze Alocasia-soort heeft een blauwgrijze kleur aan de bovenzijde en een roodpaarse kleur aan de onderzijde. De nerven zijn donkergroen en het geheel ziet er zo opvallend en sierlijk uit. Het is een relatief kleine soort met 5 tot 6 bladeren tegelijkertijd die vrij dicht bij de grond blijven. Van nature groeit de soort in het noordwesten van Borneo en dan vooral op kalksteenrijke hellingen in het laagland regenwoud.
Zorg voor een goed doorlatende grond met veel organisch materiaal, zoals Sphagnum-mos en boomschors. De plant houdt daarnaast van een lichte standplaats zonder direct zonlicht en een relatief hoge luchtvochtigheid van 70% of hoger. Als de luchtvochtigheid lager is, kunt u de bladeren regelmatig besproeien met water (en daarna het water op laten drogen). De grond kan het beste licht vochtig worden gehouden, waarbij het belangrijk is om deze niet te nat of te droog te houden.
Zaaibeschrijving: Het zaad kan (verder) worden gekiemd in Sphagnum-mos bij een temperatuur van 25 tot 30 grC. Na de vorming van de eerste wortels kan het worden overgezet in een goed doorlatende, luchtige grond.