Deze Aloë-soort is genoemd naar de soms vervaagde, lange strepen (striata) op de bladeren. De echte hoogtepunten zijn echter de opvallende felrode bloemen. In volle bloei tijdens de wintermaanden lijkt de bloeiwijze op koraal, zowel qua vorm als qua levendige kleur, waardoor het de algemene naam “Koraal-aloë” kreeg. In de natuur spelen aloëplanten een belangrijke rol, want ze zijn een van de weinige voedselbronnen voor vogels in de winter doordat ze nectar hebben. Deze vetplanten komen van origine voor in de zuidelijke delen van Zuid-Afrika, maar hebben zich gevestigd in verschillende (sub-)tropische delen in de wereld.
In tropische klimaten kan de soort buiten in tuinen worden gekweekt. De plant kan ook korte periodes van enkele graden vorst verdragen, maar dat is niet voldoende voor het buiten houden van de plant in een kouder klimaat. Je kunt hem het beste in een pot zetten en 's winters binnenshuis laten overwinteren met minimaal water. Zet hem in de zomer op een zonnige plek die niet te warm is voor een optimale groei.
Zaaibeschrijving: Zaden zaaien in een mengsel van zaaigrond en zilverzand (1:1) en slechts licht afdekken. De grond constant vochtig houden en het potje/bakje afdekken met huishoudfolie of glas. Op een lichte en warme plaats laten ontkiemen.