Dit is een zeer zeldzame Amorphophallus-soort die endemisch is voor Java. Er zijn alleen populaties bekend van de hellingen van Mount Wilis in het oosten van Java, maar helaas zijn er door botanici al 25 jaar geen wilde exemplaren meer gevonden. Met verschillende expedities is er gezocht rondom de oude vulkaan, maar helaas zonder resultaat. Het gebied staat al langer onder druk door houtkap en daarnaast zijn er sinds 2009 verschillende grote bosbranden geweest met veel verwoesting tot gevolg. Gelukkig zijn er nog wel individuen in cultuur, waarvan deze zaden ook afkomstig zijn.
De bladeren zijn parapluvormig, hebben een gevlekte bladsteel en groeien tot ongeveer 120 cm hoogte. Als de ondergrondse knol groot genoeg is, kan de plant tot bloei komen. Het schutblad van de bloeiwijze is paars en wordt ongeveer 20 cm groot. De crèmekleurige spadix steekt daar net boven uit en heeft een discusvormige verdikking ter hoogte van de mannelijke bloemen. Na de bloei worden de vrouwelijke bloemen gevolgd door rode bessen.
Zorg bij een groei als kamerplant voor een goed doorlatende grond en een lichte standplaats zonder direct zonlicht. Voor de bloei is een temperatuur van 25-30grC nodig, maar verder doet de soort het prima bij kamertemperatuur.
Zaaibeschrijving: Het al gekiemde zaad kan direct worden geplant in een zeer doorlatende grond met organisch materiaal. Bijv. zaaigrond gemengd met Sphagnum-mos en perliet. Voor de eerste ontwikkeling is 25-30grC optimaal.