Deze zeldzame Anthurium komt uit het zuidoosten van Brazilië en groeit als epifyt in bomen en op rotsen. In dichte bossen, waardoor de plant van nature gewend is aan weinig zonlicht. Vanuit een kruipende bladrozet groeien langwerpige bladeren van 20 cm groot en soms kan de plant ook bloeien. Dat gebeurt met een typische aronskelk-bloeiwijze met een lichtroze schutblad en een groene spadix. Na bestuiving gevolgd door paarse vruchten. Omdat de plant van nature relatief klein blijft (max. 50 cm), is deze ook geschikt voor terraria en vivaria.
Zorg bij een groei als kamerplant voor een standplaats zonder direct zonlicht en besproei de bladeren regelmatig met water. Omdat het een epifyt is en dus van nature niet met de wortels in grond groeit, is het belangrijk om een zeer luchtige grond te geven. Een mix van potgrond, orchideeëngrond en Sphagnum-mos is bijvoorbeeld geschikt, maar u kunt ook iets anders luchtigs kiezen.
Zaaibeschrijving: Het al gekiemde zaad kan verder ontwikkelen in Sphagnum-mos op een warme plek (22-30grC). Bij de vorming van de eerste bladeren overzetten naar een eerder genoemd luchtig grondmengsel.