De betelpalm is vooral bekend om de betelnoten die in veel Aziatische landen worden gebruikt om op te kauwen. Betelnoten zijn de zaden van de palm. Door op de zaden te kauwen, krijgen mensen een euforisch, opwekkend gevoel. Daarnaast gaat het een hongergevoel tegen, maar helaas zijn ze ook licht verslavend en niet goed voor de gezondheid. Mensen die erop kauwen, hebben vaak een felrood speeksel en bij veelvuldig gebruik ook rode tanden. De rode kleur ontstaat, nadat stukjes zaad worden gemengd met een mengsel van kalk, kruidnagel en tabak. Dit geheel wordt vervolgens in een blad van de betelpeper gerold, waarmee het klaar is voor gebruik.
De palm wordt in de tropen 15 meter hoog, is heel decoratief en doet het bij ons goed als kamerplant. Vooral de stam (eigenlijk stengel) valt op door het gladde, groene gedeelte. De betelpalm heeft weinig last van droge lucht, maar houdt wel van veel water en een lichte standplaats zonder direct zonlicht.
Zaaibeschrijving: Zaden hebben een korte houdbaarheid. Week ze eerst enkele uren in water en zaai ze vervolgens in zaai- en stekgrond. Grond constant licht vochtig houden en bij 25-30 grC laten kiemen. Kieming meestal na 3-8 weken, maar kan volgen zolang de zaden hard zijn.