Deze zeldzame schroefpalmsoort komt voor in dichte, vochtige bossen langs de kust van Sri Lanka en India. De soort valt vooral op door de bijzondere, lichtgele bloeiwijze die hangend naar beneden groeit. Door deze sierlijke bloei wordt de plant ook wel eens aangeplant in tropische tuinen, maar over het algemeen wordt de soort maar zelden gezien. Na de bloei ontwikkelen harde, houtachtige steenvruchten met een vezelige basis. Rondom die vezel zit een sinaasappelachtige pulp met een zoete geur en smaak. Deze pulp is eetbaar, maar moet wel eerst goed worden gekookt voor gebruik. Het blad heeft een stekelige bladrand en kan wel 2 meter lang worden. Door de sterke vezels kan het worden gebruikt voor bijvoorbeeld het weven van matten. Ook wordt de plant in India en Sri Lanka ingezet als afscheiding rondom rijstvelden.
De soort kan worden gehouden als kamerplant en houdt van een zonnige standplaats en een zandrijke grond.
Zaaibeschrijving: Het grote zaad eerst 24 uur laten weken in water. Vervolgens net onder de oppervlakte zaaien van zaai- en stekgrond en grond constant licht vochtig houden. Bij 25-30grC kan kieming na 4 weken tot enkele maanden optreden. Er kunnen meerdere planten uit 1 zaad groeien die later uit elkaar kunnen worden geplant.