Colville's glorieboom (genoemd naar Sir Charles Colville) is de enige soort in het Colvillea geslacht. Deze komt oorspronkelijk uit de droge laaglandtropen en subtropische gebieden van Madagaskar, waar hij groeit als een bladverliezende boom die tot 20 meter hoog kan worden. De boom produceert feloranje bloemen op grote bloeiwijzen die elk ongeveer 50 bloemen bevatten. Hoewel de bloemen zelf al opvallend zijn, lijken de feloranje knoppen op druiventrossen, waardoor de boom er nog imposanter uitziet tijdens de bloeiperiode. Hierdoor wordt de soort vaak gekweekt als sierboom in tropische gebieden. Na de bloei produceert hij grote houtachtige peulen gevuld met zaden, die sterk lijken op de peulen die Delonix-soorten produceren.
Hoewel de plant lichte vorst kan verdragen, kunt u hem in koudere gebieden het beste als kuipplant kweken. Door de boom in een pot te houden en af en toe licht te snoeien, blijft hij relatief klein. Het is belangrijk om de grond tussen watergeef beurten gedeeltelijk op te laten drogen. Voor een optimale groei moet de boom op een zonnige plek staan.
Zaaibeschrijving: Voor de beste kieming is het belangrijk om de zaden licht aan te schuren met wat schuurpapier en vervolgens 24-48 uur te laten weken in water. Als de zaden niet opgezwollen zijn door de water opname is het belangrijk om de zaden nog een klein beetje aan te schuren en nogmaals te laten weken in water. Zaai de zaden vervolgens in zaai- en stekgrond bij een temperatuur van 20-25 graden.