De bijzondere bloei van deze soort heeft iets weg van een familie kanaries die naast elkaar op een tak zitten. Vandaar dat deze Afrikaanse plant de kanariestruik wordt genoemd. De groengele bloemen kunnen wel 12 cm groot worden en vormen clusters tot 40 cm lang. Ze kunnen verschillende keren per jaar verschijnen en groeien aan het uiteinde van lange stengels. Het kan goed zijn om deze stengels te ondersteunen door de plant bijvoorbeeld tegen een muur of een andere struik/boom te laten groeien. De oorsprong van de soort ligt in het oosten van Afrika waar deze in vrij warme, open gebieden voorkomt. Daar bereikt de struik een hoogte van enkele meters, maar als kuipplant is de maximale hoogte ongeveer 2 meter (en kan eventueel ook gesnoeid worden). De plant houdt van een zonnige standplaats, een zandrijke grond en regelmatig water. Het beste kan water worden gegeven, zodra de grond droog is.
Zaaibeschrijving: Zaden kort overgieten met heet water of op 1 plek aanschuren met schuurpapier. Vervolgens een uur laten weken in lauwwarm water en daarna zaaien in een mengsel van zand en zaaigrond (3:1).