Deze soort komt alleen voor op Robinson Crusoe-eiland: een klein eiland in de Grote Oceaan op 670 kilometer ten westen van Chili. In de jaren ’80 waren er nog maar 3 planten over en de soort is op het eiland nog steeds erg zeldzaam door het verlies van habitat. In cultuur komt de soort gelukkig wel weer wat meer voor en het zou mooi zijn als de populaties in de natuur ook weer kunnen herstellen.
Het is een kleine boom met een bijzonder uiterlijk, waarbij vooral de koolachtige bladeren opvallen. Deze kunnen een grootte van wel 40 cm bereiken en hebben een lichte nervatuur en bladsteel. Ze zijn eetbaar en lijken daarmee dus echt op kool, maar de soort is natuurlijk te zeldzaam om op te eten. De bloemen zijn oranje en worden bestoven door kolibries. Het eiland heeft een koel en vochtig klimaat, waardoor de plant het beste als kamerplant kan worden opgekweekt bij een temperatuur tussen 15 en 25 grC. Of in de zomermaanden op een koele plek buiten. Zorg voor een lichte standplaats zonder direct zonlicht, een goed doorlatende grond en regelmatig water. De maximale hoogte zal in een pot ongeveer 1,5 meter zijn en op die hoogte kan de plant ook bloeien.
Zaaibeschrijving: Zaden 12 uur laten weken in water en vervolgens oppervlakkig zaaien in zaai- en stekgrond. Slecht heel licht afdekken met grond en op een lichte standplaats bij kamertemperatuur laten kiemen. Grond daarbij constant licht vochtig houden. Kieming meestal binnen enkele weken.