De olifantsoor-vijg komt aan zijn naam door de grote, oorvormige bladeren tot wel 45 cm groot. Jonge bladeren hebben een koperrode kleur en later kleuren ze naar groen. De soort groeit van oorsprong in vochtige valleien in het zuiden van China en kan daar een hoogte bereiken van 10 meter. Voor de bloei worden aan de stam en zijtakken clusters met vruchten gevormd en daarin bevinden zich de bloemen. Dit is gebruikelijk bij vijgensoorten, zoals ook bij de voor ons bekende Europese vijg. Door een nauwe ingang kunnen vijgenwespen de vrucht binnengaan om te eten en eitjes te leggen, waarbij ze de bloemen bestuiven. Na bestuiving groeien de vruchten verder tot ze rijp zijn en door een zoete smaak aantrekkelijk worden voor dieren en mensen. Ze kunnen als handfruit worden gegeten of verwerkt worden tot jam en in curries. Ook het blad is overigens eetbaar en wordt in Azië aan dieren gevoerd.
De soort kan worden gehouden als kamerplant bij een minimum van 10grC. Vruchtzetting is bij ons helaas niet mogelijk, omdat de bestuiving enkel kan worden gedaan door een specifieke Aziatische vijgenwesp. Maar het sierlijke blad maakt het een aantrekkelijke soort om te houden. Zorg voor een zonnige standplaats en een goed doorlatende grond. Als de temperatuur in de winter te laag wordt, kunnen de bladeren afvallen. Deze zullen vanzelf weer terugkomen als de plant weer warmer wordt gezet.
Zaaibeschrijving: Zaden oppervlakkig zaaien in zaai- en stekgrond. Grond constant licht vochtig houden en op een lichte standplaats bij 20-25 grC laten kiemen. Kieming meestal na 4 tot 6 weken, maar kan langer duren.