De Kentiapalm is al sinds de 19e eeuw populair als kamerplant, maar komt van nature alleen voor op 1 eiland ten oosten van Australië: Lord Howe-eiland. Dit prachtige vulkanische eiland is slechts 10 kilometer lang en ligt 600 kilometer uit de kust. Door de unieke flora en fauna staat het op de lijst van UNESCO en 75% van het eiland is op dit moment natuurreservaat. De Kentiapalm groeit vooral op het midden van het eiland, een redelijk laag gedeelte tussen twee bergen in, en bereikt daar een hoogte van ongeveer 10 meter. Als kamerplant blijft deze een stuk kleiner en de groei is elegant en smal. Verder is het ook een langzame groeier (zelfs in de tropen), waardoor het een relatief kostbare palm is.
De soort kan tegen weinig licht, waardoor deze op een schaduwrijke standplaats kan groeien. Maar de plant wordt mooier op een lichte standplaats zonder direct zonlicht. In de middagzon kunnen de bladeren namelijk verbranden. Zorg daarnaast voor een diepe pot i.v.m. de penwortel en laat de grond tussen het watergeven droog worden.
Kentia is het voormalige geslacht van de soort, maar later is het Howea geworden (vernoemd naar het eiland dus).
Zaaibeschrijving: Kieming kan enkele maanden duren dus u heeft wel enig geduld nodig voor deze soort. Zaden ondiep zaaien in zaai- en stekgrond of kokosvezel en grond constant licht vochtig houden. Zorg voor een (dag)temperatuur van ongeveer 25grC en in de nacht mag het afkoelen. Niet alle zaden zullen kiemen, maar meestal vindt de ontkieming na 2 of 3 maanden plaats. Kieming kan volgen, zolang de zaden hard zijn. U kunt de zaden dus altijd even opgraven om te zien hoe het ermee gaat.