Deze medicinale plant heeft een unieke bloeiwijze met vrij grote, groene, overlappende schutbladeren. De bloeiwijze hangt naar beneden en kan tot wel 50 cm lang worden. Verstopt tussen de grote schutbladeren zitten de witte bloemblaadjes van slechts 6 mm groot. Het is een struik uit het zuidoosten van Azië die vooral voorkomt in verstoorde gebieden of open plekken in het bos. Meestal in drogere bossen van India tot China en Indonesië. In die landen wordt de soort medicinaal toegepast voor allerlei doeleinden, waarbij deze vooral ontstekingsremmend en pijnstillend zou werken. Ook wordt de plant gebruikt om een vergiftiging tegen te gaan.
De soort kan worden gehouden als kamerplant, maar kan eventueel in de zomermaanden ook naar buiten. Zorg voor een goed doorlatende grond en een zonnige tot halfzonnige standplaats.
Zaaibeschrijving: Zaden 24 uur laten weken in water en vervolgens oppervlakkig zaaien in zaai- en stekgrond bij ongeveer 25grC. Grond constant licht vochtig houden en op een lichte standplaats laten kiemen. Kieming meestal na enkele weken.