Deze dwergpalm heeft in zijn eerste jaren een bijzonder patroon van lichtgroene vlekken op de bladeren. Hiermee kan de plant zich camoufleren in de onderste laag van het regenwoud, zodat de jonge bladeren niet worden opgegeten door insecten of andere planteneters. Als de plant ouder wordt, verandert de vorm van de bladeren en verdwijnen de vlekken. Om het nieuwe gevormde blad dan alsnog te kunnen beschermen tegen planteneters, krijgt het een bijzondere roze-rode kleur. Daarmee ziet het er giftig uit en wordt het aantrekkelijke, sappige blad niet aangetast.
De palmsoort is zeldzaam en komt alleen voor in het regenwoud van Borneo. De hoogte is maximaal 2 meter. Oudere planten hebben grote trossen met witte bloemen die gevolgd worden door donkerrode vruchten die bij rijping zwart worden. Aan de basis van de palm vormen zich vrij dikke luchtwortels die voor stabiliteit zorgen. Doordat de kleine palm van nature weinig licht krijgt, moet direct zonlicht vermeden worden. Zorg voor een goed doorlatende, licht zure grond en houd die constant licht vochtig. Voor een optimale groei is een temperatuur van boven de 20 grC het beste, maar de minimumtemperatuur ligt rond de 15grC. Besproei de bladeren regelmatig met water als de luchtvochtigheid onder de 70% ligt.
Zaaibeschrijving: Het al gekiemde zaad kan direct worden gezaaid in een goed doorlatende grond van bijv. zaaigrond en Sphagnum-mos. Voor de eerste ontwikkeling is een temperatuur van boven de 20grC optimaal.