De gedroogde vruchten van deze pepersoort worden in veel Zuidoost-Aziatische keukens gebruikt. Vooral in India, Nepal, Indonesië en Maleisië waar de soort ook van nature voorkomt. De smaak lijkt op die van zwarte peper, maar is zoeter en minder scherp. Het zijn eigenlijk hele kleine vruchtjes die met tientallen in langwerpige structuren van 3 cm groot ontwikkelen. Die kunnen worden geplukt als deze donkergroen gekleurd zijn (en daarmee nog niet helemaal rijp) en 4 tot 5 dagen worden gedroogd voor consumptie. Met een vijl of fijne rasp kan de peper vervolgens naar wens aan een gerecht worden toegevoegd.
Het is een klimplant die in de tropen tot 6 meter hoog kan worden. Het blad is hartvormig en tot 10 cm groot. Er zijn mannelijke en vrouwelijke planten, waarbij de vrouwelijke planten vruchten geven. Dat gebeurt ook zonder bestuiving, waardoor 1 vrouwelijke plant voldoende is. De soort is tropisch, waardoor deze als kamerplant of in een verwarmde kas kan worden gekweekt. Zorg daarbij voor een lichte standplaats zonder direct zonlicht en een goed doorlatende grond.
Zaaibeschrijving: Zaden 24 uur laten weken in lauwwarm water en vervolgens oppervlakkig zaaien in zaai- en stekgrond bij 25-30grC. Grond constant licht vochtig houden en laten kiemen op een lichte standplaats. Kieming is onregelmatig en kan enkele weken tot maanden duren.