De grote, rood-oranje bloemen bevatten veel nectar en water, waardoor ze in de tropen populair zijn bij vogels. Zij bestuiven daarbij de bloemen, waarna er houtachtige vruchten gevormd worden met vele gevleugelde zaden. De zaden worden met de wind verspreid en kiemen vooral in verstoord gebied, zoals verlaten landbouwgebieden en stukken bos waar gekapt is. Het is dus een pionier-soort en door deze eigenschap kan de soort invasief zijn in andere tropische gebieden buiten die van Afrika. Van nature groeit de soort in de drogere bossen van tropisch Afrika, waarbij vaak een lange droge periode voorkomt. De soort is daarom goed bestand tegen weinig water en houdt daarnaast van veel zonlicht.
In Afrika kan de boom een hoogte bereiken van soms wel 25 meter, maar wij kunnen de soort houden als kamer- of kuipplant. De grootte in een pot blijft beperkt en eventueel kan deze ook goed gesnoeid worden.
Zaaibeschrijving: Zaden op het oppervlak zaaien van zaai- en stekgrond en nauwelijks bedekken met grond. Geheel afdekken met folie of glas en grond constant vochtig houden. Kieming bij 25 tot 30grC op een lichte standplaats zonder direct zonlicht.