De vruchten van deze boom spelen een belangrijke rol in de traditionele geneeswijze, Ayurveda, in India. Ze zijn onderdeel van triphala: een mengsel van vruchten van 3 verschillende bomen dat wordt ingezet om de spijsvertering te verbeteren. Ze kunnen vers worden gegeten of verwerkt, maar ze worden ook in gedroogde of poedervorm aangeboden. De zaden zijn giftig, maar worden door hun grote hoeveelheid olie (40%) gebruikt voor het maken van zeep en biodiesel.
Het is een tropische boom die in het zuiden en het zuidoosten van Azië voorkomt. Meestal op hellingen in valleien of open bossen, zodat deze veel zonlicht kan opvangen. De groen-witte bloemen zijn klein en groeien in aren. Ze worden in Azië bestoven door bijen, waarna de vruchten kunnen worden gevormd. De bladeren zijn vrij groot en dat maakt deze soort een decoratieve kamerplant. Zorg daarbij voor een zonnige standplaats en een goed doorlatende grond.
Zaaibeschrijving: Zaden 24 uur laten weken in water en vervolgens zaaien in zaai- en stekgrond bij 25-30grC. Grond constant licht vochtig houden, waarna kieming meestal na 2-5 weken volgt. Deze kan echter volgen, zolang de zaden hard zijn.