De Kemirinoot is vooral bekend vanwege zijn gebruik in de Maleisische en Indonesische keuken. Deze moet voor consumptie eerst worden gepoft of gekookt, zodat de giftigheid verdwijnt. Na fijnhakken met een vijzel kan kemiri bijvoorbeeld gebruikt worden als bindmiddel van sauzen. De noten zijn ongeveer 4-6 centimeter groot en hebben een zeer harde schil die niet met de hand te pellen valt. Ze zijn sterk oliehoudend, waardoor de noten ook kunnen branden als kaars als ze aan elkaar geknoopt worden, vandaar de Engelse naam 'Candle nut'.
Het is een tropische boom die in Nederland als kamerplant gehouden kan worden.
Zaaibeschrijving: De harde zaden in vochtige zaai - en stekgrond zaaien en afdekken met folie of glas. Op een zonnige en warme plaats wegzetten, waarna kieming na 3 tot 4 maanden kan plaatsvinden.
De kieming kan bevorderd worden door de zaden te kraken voor het zaaien. Dit kan de zaden echter beschadigen, maar zou u met een zaad eens kunnen proberen. Er is een traditionele methode:
Zaden in grond drukken en afdekken met een laag droge bladeren van 3 tot 10 cm. Vervolgens de bladeren in de brand steken, waarna u de nog hete zaden in koud water kunt gooien. De zaadwand moet hierdoor openbreken.
Of de zaden met een notenkraker of bankschroef heel voorzichtig kraken en voor het zaaien een nacht laten weken in water.