De ballonplant komt van oorsprong van Bermuda, maar is inmiddels over een groot deel van tropisch Afrika en Azië verspreid. De soort valt vooral op door haar bijzondere vruchten en donkerbruine zaden met een wit hartje. Daarnaast is de soort bekend binnen de geneeskunde, omdat extracten van de plant ontstekings-, pijn- en jeukremmend werken. Waarschijnlijk is de plant al in de Middeleeuwen als sierplant naar Europa gehaald, maar deze geneeskrachtige werkingen werden hier pas later bekend. Indianen in Amerika dragen de zaden als armband als bescherming tegen slangenbeten.
In Nederland kan de soort gehouden worden als eenjarige. Al snel klimt de plant tot 2-3 meter hoog, zodat een kale schutting of muur snel bedekt kan worden met decoratief blad. De bloemen zijn klein en wit en worden gevolgd door de 3 cm grote, opgeblazen vruchten. De soort is in de tropen invasief, zodat u de plant alleen in ons klimaat kunt opkweken.
Zaaibeschrijving: Week de zaden eerst 24 uur in water en zaai ze vervolgens bij kamertemperatuur in zaai- en stekgrond. Dit kan vanaf februari of maart, waarna u de kiemplantjes in de tuin kunt uitplanten.